De grijstinten van het leven

We zijn met z’n allen allergisch voor hokjesdenken en toch zijn we er allemaal schuldig aan. Wat is het toch heerlijk als de dingen precies zo zijn zoals we voor ogen hebben of hadden gepland. We creëeren een soort zwart-wit wereld in ons hoofd en hebben een verwachting of hoop dat dit een weerspiegeling is van de realiteit. Als dit herkenbaar is raad ik je aan verder te lezen…

 
 

Je zou je kunnen afvragen hoe het komt dat we geprogrammeerd zijn om te vervallen in hokjesdenken. Wel, ik leg het je graag uit. Laat me je meenemen naar de tijd dat onze voorouders nog in grotten leefden en gingen jagen.

Om in de wildernis tussen andere organismen te kunnen overleven hadden onze voorouders een goed stel ogen nodig. Met die ogen konden ze hun omgeving scannen op mogelijk gevaar en/of mogelijkheden op voedsel voor de groep.
Stel je even voor dat je zo’n holbewoner bent en je ziet in de verte een bruine vacht en korte, ronde oren. Deze prikkels op zich zeggen helemaal niet zoveel. Maar in onze hersenen krijgen ze betekenis op basis van wat we kennen en dus hebben geleerd - het is een beer!
Onze hersenen clusteren al de afzonderlijke prikkels samen tot één geheel en maken een interpretatie van wat je in de verte ziet. Met andere woorden - onze hersenen doen aan hokjesdenken.

Het stelt me erg gerust dat onze hersenen deze feature hebben, want het vergrootte onze kansen op overleving. De dag van vandaag helpt het ons complexe zaken uit het leven te begrijpen en te zien als één geheel. Het helpt ons linken te leggen, onze horizon te verbreden en zaken in de toekomst te voorspellen omdat we leerden dat ze samen voorkomen.

Maar elk voordeel heeft z’n nadeel en dus schuilt er ook gevaar in ons hokjesdenken. Zo gebeurt het dat we foutief zaken met elkaar linken en ervan uitgaan dat het samengaan van bepaalde prikkels iets betekenen alsof dat steeds het geval is. Zo vertel ik vaak hetzelfde verhaal aan mijn cliënten om het probleem duidelijk te maken:
Stel dat ik, voor ik een cliënt ontvang, mijn man vraag om de afwas te doen. Na de sessie kom ik de keuken binnen gewandeld en zie ik dat de vuile afwas daar nog steeds op het aanrecht staat. Tegelijkertijd zie ik mijn partner achter zijn computer zitten.
Mijn brein legt linken en zegt me meteen: “Zie hem daar zitten. Hij had waarschijnlijk weer geen zin om de afwas te doen en deed iets leuks voor zichzelf”.
Wat ik niet weet is dat zijn moeder hem opbelde met een lekke band en met de vraag of hij haar uit de nood kan helpen. Wanneer ik uit m’n sessie kom is hij twee minuten thuis en had hij dus geen tijd om de afwas te doen.

Mijn brein legt dus linken op basis van wat ik weet in het hier en nu en/of uit het verleden (misschien deed hij al de afwas eens niet omdat hij liever TV keek). Het houdt hierbij geen rekening met wat er zich buiten mijn realiteit afspeelt. En dat kan dus voor problemen zorgen binnen de communicatie met anderen.

Het toont tegelijkertijd aan dat het leven niet zwart-wit is, maar grijs. We houden enerzijds vast aan dit gekende patroon omdat onze hersenen op bovengenoemde manier werken en anderzijds omdat we ervan houden dat zaken verlopen zoals we hadden gepland. Denken en leven in grijstinten houdt dus automatisch in dat je de controle dient los te laten en open dient te staan voor datgene op je pad kan komen. Het vraagt moed om de nuances in elke situatie te kunnen zien en elke zijde van de situatie te bekijken. Het is ook complex en vraagt veel energie en tijd om dit te doen. En net daarom is het leven in grijstinten zo mooi. Als je echt tijd neemt om de dingen in het leven in al z’n nuances en details te bekijken zie je de verschillende kanten en de complexiteit ervan.

Op die manier kijk ik graag naar mensen - Luisteren naar hun verhaal, inzichten en hersenspinsels. Enkel door de tijd te nemen om alles van elke kant te bekijken maakt oordeel plaats voor begrip en liefde. Enkel dan kun je tot echte verbinding komen.


Ik nodig jou uit om bewust te worden van zwart-wit gedachten. Welke oordelen zitten er als vaste overtuigingen in je hoofd? En kun je daar misschien iets tegenover plaatsen - een gedachte die het tegendeel bewijst?

Vorige
Vorige

Eerste hulp bij piekeren

Volgende
Volgende

Waarom voel ik zoveel?